Een artikel door Dirk Houbrechts in Houbi.com, maars 2002.
Marc Morgan, franstalige chansonnier met karakteristieke baret en bril.
song : Marc Morgan “Au train où vont les choses”
Productie : Marc Morgan & Phil Delire
Jaar : 1996
De muziekcarrière van Marc Wathieu (zoals zijn echte naam luidt) begon eind jaren zeventig met het spelen van Cream, Dylan & Neil Young covers in een groep met zijn broer. Vanaf dat er zelf songs gecomponeerd werden, werd er overgeschakeld naar het Frans en werd de groep Objectif Lune gesticht. Inmiddels ook afgestudeerd aan de kunstschool als illustrator, gaat hij over naar Les Réverends du Prince Albert, een min-of-meer grappige twist-groep. Een volgende stap is Les Tricheurs, een groep die op het punt staat om door te breken, maar bij opname van de tweede plaat wordt gedumpt door Virgin. In de jaren negentig geeft hij les aan Sint-Lucas in Brussel, en wordt lid van La Variéte, een groep met onder meer Rudy Léonet (Radio21) en Alain Debaisieux.
Wathieu heeft zich na het zien van een een filmaffiche van actrice Michèle Morgan ondertussen herdoopt tot Marc Morgan, en neemt voor Yves Bigot van Fnac-Music in 1994 een solo-plaat op genaamd “Un Cygne sur l’Orénoque”. Als muzikanten werden daarbij onder andere Marc Radelet, Alain Léonard, Ad Cominotto en BJ Scott ingeschakeld. Het nummer “Notre mystère, nos retrouvailles” wordt in Frankrijk een bescheiden hit, hetgeen een uitstekende manier was om in het eigen Wallonië een belangrijke status te verdienen. “Best wel grappig”, vindt Marc nu : “diezelfde chansons werden immers eerst geweigerd door een hele reeks platenhuizen. Maar zelf kun je geen hits maken, het is de industrie die dat doet. Jijzelf bent de ambachtsman, wat er daarna mee gebeurt speelt zich af boven je hoofd”.
Van de debuutcd werden ongeveer 15,000 exemplaren verkocht (niet geholpen door het stopzetten van de activiteiten van de platenfirma). De zanger over dit aantal in Le Soir : “Niet bepaald genoeg om een dikke nek van te krijgen. Als ik alleen maar zanger was geweest, zou ik teleurgesteld geweest zijn. Wel werden mijn chansons erkend door de beroepsmensen. Dat rechtvaardigt het feit dat ik mijn dagen doorbreng met componeren van liedjes. En het is toch niet niks dat Yves (Bigot) vertrouwen in me stelt en nummers bestelt voor de volgende cd van Sylvie Vartan, naast grote “plumes” zoals Jean-Louis Murat en d’Yves Simon. Voor mij zijn dat reuzensprongen. Alleszins opwindender dan hier in Huy blijven zitten. Huy is absoluut een stad waaraan je moet trachten te ontsnappen. Net als België waar alle firma’s mijn eerste plaat weigerden.”
Een jaar later houdt platenlabel Fnac-Music er al mee op, maar Marc Morgan volgt Yves Bigot naar Mercury France. Daar maakt hij, opnieuw in een productie van Phil Délire (bekend van werk voor Bashung, Noir Désir) en met professionele franse gastmuzikanten zijn tweede langspeler “Les Grands Espaces”. Singles hiervan worden “Au train où vont les choses” en “Capables de tout”. Le Soir hierover : “Hier vinden we het charmerende universum terug van Marc Morgan. De productie is rijker, maar de chansons houden wel dat ambachtelijke randje. Met liedjes waarin men nog durft “woh-oh oh-oh” te zingen zoals op de single “Au train oùvont les choses”. Marc deelt met les Innocents de zorg voor een authentiek en modern frans chanson. Het chanson van de rockgeneratie, zoals men het begint te noemen. Romantische melodieën op felle ritmes…”
Na zijn tweede soloplaat en de daaraan verbonden tour incluis verschijning bij Taratata, zette Morgan zich aan het schrijven van een nieuwe cd voor La Variété (nooit uitgebracht, wegens niet langer ondersteund bij de platenfirma), en daarna ook langzaamaan aan het schrijven van nieuw werk voor eigen gebruik. Zijn “patroon” bij het Franse Mercury is echter ondertussen verdwenen (nu muzieksamensteller bij France 2), zodat de zanger ondertussen zelf ook zonder platencontract zit en in zijn homestudio koppig verderwerkt.
In 1999 werd een nummer van Marc Morgan uitgebracht als single voor het “Si ça nous chante” (project van franstalig zingend België ten voordele van kinderen met mucovicidose, met o.m. Marka, Jean-Louis Daulne, Lou & Hollywood Bananas, Salvatore Adamo, Jeff Bodart & Jo Lemaire). In 2000 nam hij samen met Vincent Venet een nummer op voor de Glittering 2000-compilatie, waarin Belgische artiesten nummers uit de glamrock periode coverden.
CDs :
– Notre Mystère, nos retrouvailles (Fnac-Music, 1994).
– Un Cygne sur l’Orénoque (Fnac-Music, 1994).
– Un ami qui vous veut du bien (Fnac-Music, 1995).
– Les Grands Espaces (Mercury/Universal, 1996).
– Au train où vont les choses (Mercury/Universal, 1996).
– Capables de tout (Mercury/Universal, 1996).
– Le Héros, C’est Moi (EMI, 1999).